Op woensdag 12 oktober ondertekenden de bestuurders van 25 gemeenten, 3 GI’s en 14 zorgaanbieders het samenwerkingsconvenant van het Regionaal Expertteam Overijssel. Dit is een enorme mijlpaal en opsteker voor onze samenwerking in Overijssel. Er waren zo’n 100 professionals en bestuurders aanwezig bij de bijeenkomst om dit moment met elkaar te vieren.

Wat staat er in het convenant?

Het RET IJsselland en Twente zijn in maart 2021 gestart en zijn sinds eind van dat jaar ondergebracht bij het Expertisenetwerk Jeugd Overijssel. Vanaf dat moment hebben we vanuit de praktijk een goede werkwijze met elkaar ontwikkeld.

Om de afspraken van het RET te borgen en de verantwoordelijkheden vast te leggen, is er een convenant opgesteld, samen met zorgaanbieders, gemeenten en gecertificeerde instellingen. In het convenant zijn de uitgangspunten voor de werkwijze van het RET, inhoud van de samenwerking, de financiering van de oplossing en gegevensuitwisseling onderling vastgelegd. Het convenant lees je hier. Zorgaanbieders, gecertificeerde instellingen en de gemeenten spreken met dit convenant op bestuurlijk niveau het commitment uit om voor alle jeugdigen met meervoudige en complexe problemen in beide regio’s een passende en tijdige oplossing met de bijbehorende financiering te realiseren die aansluit op de hulpvraag. Het convenant draagt uit dat het vinden en realiseren van passende en tijdige oplossingen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.

We hebben een beeldverslag voor je gemaakt. Die kan je hier bekijken.

Ondertekening convenant

Ja, en

Gerria Toeter-Aalderink, wethouder van de gemeente Raalte en vertegenwoordiger van IJsselland trapte de bijeenkomst af: “We zien de complexiteit van problematiek bij jeugdigen en hun gezinnen steeds verder toenemen. Steeds vaker hebben we elkaar nodig om te komen tot maatwerkoplossingen. We zijn met het Regionaal Expertteam al anderhalf jaar bezig. In het convenant zijn de afspraken hoe we werken geformaliseerd, vanuit de praktijk. Hiermee laten we zien hoe belangrijk het is dat we met elkaar samenwerken en hiermee ondersteunen we ook onze professionals zodat zij hun werk vanuit de inhoud kunnen doen en niet met de randvoorwaarden bezig hoeven te zijn.

We hebben in de afgelopen anderhalf jaar gezien dat als we het samen doen en elkaar helpen we dan echt het verschil kunnen maken voor jeugdigen en hun gezin. Door naar de jeugdige te luisteren en aan te sluiten bij de hulpvraag. Dat betekent buiten de grenzen van de organisatie kijken over de grenzen van organisaties kijken, soms bewezen interventies loslaten en iets bieden waarvan we niet weten of het werkt. En elkaar dan nog steeds vast blijven houden ook als het moeilijk en spannend wordt. En dat is niet makkelijk. We moeten met elkaar voor ogen houden voor wie we het doen, voor 100 jeugdigen per jaar in Overijssel. Wij kunnen alleen samen het verschil maken voor die jeugdigen die dat nodig hebben. Want we hebben het hier niet over cases, maar over jeugdigen. Onze eigen Overijsselse jeugdigen. Die we binnen onze regio hulp bieden, altijd en tegen die jeugdigen zeggen we geen nee.”

Gerria sloot af met een duidelijke boodschap voor onze samenwerking: “We hebben maar twee woorden nodig om het met elkaar voor elkaar te krijgen en die woorden zijn: “Ja, en”.  Door “Ja, en” tegen elkaar te zeggen kunnen we elkaar helpen net die stap extra te zetten.” En met deze woorden zette Gerria de toon van de bijeenkomst.

Speelruimte

Programmamanager Inge Busschers vertelde hoe op programmaniveau het convenant in de praktijk gebracht wordt: Het is belangrijk ook op bestuursniveau in beeld te brengen wat er speelt binnen het RET. Dat doen we met het netwerk door onze kennis en kunde te verbinden. De Overijsselse samenwerkingspartners hebben een gedeelde verantwoordelijkheid in het zoeken naar oplossingen voor complexe situaties. We creëren speelruimte om de veranderingen in het systeem mogelijk te maken.”

Natuurlijk hebben we tijdens de bijeenkomst stilgestaan bij de totstandkoming van het convenant en in het bijzonder onze “eigen” Esther van den Broeke. Zij heeft in het afgelopen half jaar alles op alles gezet om met elkaar de randvoorwaarden te definiëren en de gezamenlijke samenwerkingsafspraken vast te leggen.

Eigenwijs transformeren

We hadden Jan-Kees Helderman, Hoogleraar sociaal beleid en bestuur, Radboud Universiteit gevraagd ons in vogelvlucht mee te nemen in eigenwijs transformeren. We hebben in het convenant vastgelegd wat ons bindt, onze gezamenlijke ambities. Dat is een belangrijke stap in een veranderingsproces. De volgende stap is het vergroten van het lerend vermogen en betekenis geven aan wat we aan het doen zijn om uit te zoeken wat werkt. Jan-Kees legde uit hoe we samen moeten willen leren om systematischer en gedisciplineerder met elkaar samen te werken. Want transformeren is niets anders dan het beter doen en het anders doen. We moeten casuïstiek uitdiepen om te onderzoeken of we hebben gehandeld zoals bedoeld, aangepast wanneer nodig en gebruik hebben gemaakt van alle beschikbare informatie. Dat begint bij een verklarende analyse.

Op organisatieniveau moeten we inrichtingskeuzes uitleggen en belemmerende en bevorderende factoren bespreken. Dat vraagt om helder opdrachtgeverschap en het organiseren passende financiering. Vanuit monitoring moeten we ons richten op wat goed is voor jeugdigen en dus niet op wat goed is voor organisaties. Het is belangrijk samen met professionals, jeugdigen en hun gezin tot oplossingen te komen.

Daarbij moeten we de roze olifant in de kamer durven benoemen en de echt problematische situaties durven bespreken. Door te praten over onszelf en niet over de ander. En door echt met elkaar in gesprek te gaan, niet het een zeggen en het ander doen.”

Panelgesprek

We sloten de bijeenkomst af met een panelgesprek, waaraan Jurgen van Houdt, gemeente Enschede, Louise Rouwhorst, Trias, Joost van den Brink, Karakter, Ruud Brinkman, Jeugdbescherming Overijssel, Gerria Toeter, gemeente Raalte, Jan-Kees Helderman en Inge Busschers deelnamen. We hebben een paar uitspraken voor je op een rijtje gezet.

Louise Rouwhorst: “We gaan de interne organisatie meenemen in de veranderingen die er zijn. Met elkaar weet je dat je moet veranderen en het is ook nodig, maar het is wel lastig om los te komen om deze stap te zetten. Daarvoor hebben we elkaar nodig en het kost tijd. Het zijn ingewikkelde complexe problemen, we moeten goed kijken naar wat er nodig is. De kennis, expertise hebben we deels in huis en samen kunnen we dit doen.”

Joost van den Brink: “Er komen hele ingewikkelde cases voorbij. Ik ken cases waar we met het hele land ons hoofd over breken. We komen met elkaar tot een acceptabele oplossing, maar we moeten ook leren verdragen dat dingen mis kunnen gaan en juist op die momenten met elkaar het gesprek aangaan, elkaar dan weten te vinden.”

Jurgen van Houdt: “We moeten het convenant met elkaar naleven. We moeten dit samen doen. Door van elkaar te leren en elkaar ruimte te bieden waarbij we niet bang moeten zijn om die ruimte toe te staan. Als we in de stuurgroep signaleren dat er dingen niet goedgaan dat moeten we met elkaar om tafel gaan om onze samenwerking aan te passen zodat we wel tot een oplossing kunnen komen.”

Ruud Brinkman: “De kunst is om van het spannende af te komen. Als bestuurder moeten we eerder betrokken raken bij een casus. En daarnaast moeten we mensen positief stimuleren om anders te gaan denken. We moeten werken aan preventie en het lef hebben om het maatschappelijk debat aan te gaan. Daarbij moeten we risico’s nemen wetende dat we niet alles kunnen voorkomen. We moeten dit samen doen. Dit uitdragen, delen, vertellen en verantwoording/uitleg geven over deze vraagstukken.”

Jan-Kees Helderman: “Wat wij moeten leren is dat we bij het eerste dingetje dat niet goed gaat worden gedwongen om anders te gaan denken. We hebben de-escalatieroutes nodig en daarnaast vertrouwen en mandaat. Op die manier ga je je eigen maatwerk route uitstippelen en volgen. We moeten radicaal de andere weg in slaan en ons niet van de wijs laten brengen door dingen die misgaan of mogelijke risico’s.”

Werksessie 20 april 2023

De bestuurders aan het panelgesprek sloten af met wat ze het netwerk gunnen, namelijk: de juiste hulp, inspiratie en compassie, doorzetten, blijven volhouden, leren en evidentie, werken vanuit partnerschap en kijken over je eigen kaders.

Als afsluiting ontving iedere aanwezige het boekje “Bericht vanuit mijn hart” van Myrthe Kamerbeek, juist om te benadrukken voor wie we dit doen. Met de jeugdigen en hun gezinnen moeten we contact maken en gesprekken voeren. Zij kunnen ons uitleggen wat er beter kan, anders kan. Hier leren wij van.

Dus gaan we door.

Zet alvast in je agenda: op 20 april 2023 organiseren we een werksessie om vervolgstappen te zetten.

We zeggen geen nee meer tegen jeugdigen, we zeggen “Ja, en.

Klik hier om het beeldverslag te bekijken.

Gerelateerde onderwerpen