Op 12 maart j.l. zijn de actielijnen 1 en 4 van de Samenwerkingsagenda jeugdhulp Twente officieel gestart met de Versnellingsaanpak. In de maanden ervoor hebben projectleiders Esther van den Broeke en Yvonne Booiman achter de schermen, samen met zorgaanbieders, gemeenten, onderwijs en GI’s, alles in gereedheid gebracht. De Versnellingsaanpak, met een verandering van werkwijze bij RET Twente en de inzet van Team AnderS, vraagt een heleboel creativiteit en samenwerking van alle betrokkenen. In dit artikel kijken we terug naar de totstandkoming van de inzet van de Versnellingsaanpak in Twente en hoe de eerste maand is verlopen. Esther van den Broeke vertelt ons er meer over.

Nulmeting zorglandschap

Esther, jij hebt vanuit je rol als projectleider bij het Expertisenetwerk jeugd Overijssel in het voorjaar van 2023 een nulmeting uitgevoerd en het zorglandschap in Overijssel in kaart gebracht. Deze nulmeting geeft duidelijk inzicht in de hiaten van het huidige zorglandschap. Voor de zomer 2023 heb je samen met Yvonne en enkele collega’s van het Expertisenetwerk een brandbrief opgesteld naar de bestuurders van Twente. Wat stond daarin?

Esther: Uit de nulmeting kwam duidelijk naar voren dat Twente achterbleef in het verminderen van de instroom van de JeugdzorgPlus ten opzichte van andere regio’s. Alle regio’s hadden van het Rijk de opdracht gekregen dat we 5% minder instroom In de JeugdzorgPlus moesten genereren. Dat lukte wel in andere regio’s, maar niet in Twente. We ontdekten dat we toch wel wat gaten hebben in het huidige zorglandschap om die vermindering te kunnen faciliteren. Wat opvalt is het hoge aantal uithuisplaatsingen: 13% van de jeugdigen met jeugdhulp in IJsselland en 14% in Twente woont niet thuis. In vergelijking met de landelijke cijfers, waar gemiddeld 10% van de jeugdigen met jeugdhulp niet thuis woont, is dit erg hoog. Om het aantal uithuisplaatsingen te voorkomen en terug te dringen geeft IJsselland uitvoering aan hun transformatieconvenant. De wethouders van Twente hebben uitgesproken het anders te willen gaan doen. Ze hebben Yvonne Booiman en mij aangesteld als projectleiders van actielijn 1 Wonen en zorg en hebben ons gekoppeld aan actielijn 4 Passende ambulante zorg. Onze opdracht was een aanpak te ontwikkelen om het aantal uithuisplaatsingen te voorkomen en terug te dringen.

Hoe heb je dat aangepakt? Het lijkt me geen gemakkelijke opdracht.

Esther: De samenwerking met Yvonne verloopt goed, daar ben ik enorm blij mee. Yvonne was eerder betrokken als projectleider voor de afbouw van Jeugdzorgplus en ik bij SPUK Drie Milieu voorzieningen. We hebben de krachten gebundeld in de actielijnen 1 en 4 van de Samenwerkingsagenda. Yvonne heeft gezorgd voor het interne proces. Zij is er heel goed in om ervoor te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan.

Ik ben aan de slag gegaan met het inhoudelijk vormgeven van een aanpak en heb gezorgd dat alle betrokkenen goed geïnformeerd waren. In oktober 2023 hebben we twee werkateliers georganiseerd waar we met allemaal partijen in het zorglandschap gekeken hebben hoe we een verandering kunnen brengen in Twente. Daarbij is de keuze gevallen op de Versnellingsaanpak, die in Flevoland al goede resultaten heeft bereikt. Dat is ook de reden dat we Change Kitchen gevraagd hebben om ons het komende jaar te ondersteunen bij het vorm geven van de Twentse versnellingsaanpak.

Over de Versnellingsaanpak

Actielijn 1 Wonen en Zorg van de Samenwerkingsagenda jeugdhulp Twente zet in op het verminderen van de instroom in residentiële jeugdhulp (waaronder de Jeugdzorgplus) en het creëren van kleinschalige (woon)voorzieningen. Actielijn 4 ‘Passende ambulante zorg’ heeft als doel kwalitatief hoogstaande specialistische zorg te verlenen aan jeugdigen en hun gezin, waarbij uit(huis)plaatsingen worden voorkomen door intensief ambulante zorg te verlenen. De versnellingsaanpak sluit goed aan bij beide actielijnen.

Met de Versnellingsaanpak zetten we in op vier groepen die de verandering kunnen gaan maken.

  • RET: Het huidige RET behoudt haar rol t.a.v. complexe vraagstukken van jeugdigen en indien nodig organiseert het RET een RET-tafel om met experts mee te denken. Het RET is laagdrempelig, flexibel en wendbaar te benaderen voor:
    • Vragen over het organiseren van passende inzet;
    • Het bieden van ruggensteun bij het handelen
    • Het helpen bij het verhelderen van een goede analyse om te komen tot passend perspectief voor het gezin;
    • Creatief meedenken/ breder dan de Jeugdwet, om te komen tot passende ondersteuning.

Het RET kan hierbij inhoudelijke expertise bieden, omdenkcapaciteit leveren, of organiseert samen met de verwijzer passend aanbod. We leren met verwijzers en aanbieders hoe we dat structureel beter kunnen doen en signaleren de gaten in het zorglandschap.

  • RET AnderS: Het RET AnderS is een netwerkteam van experts uit Twente die laagdrempelig beschikbaar zijn voor consultatie en advies. Zij denken met het gezin en de verwijzer mee over oplossingen en wanneer er sprake is van een dreigende uithuisplaatsing, of naar-huis plaatsing, kan Team AnderS ingezet worden. Samen met het gezin, aanbieders en verwijzers werken we aan de transformatie door kinderen terug naar huis te helpen of toe te werken aan een situatie waar kinderen meer thuis kunnen opgroeien. Praktisch, met duidelijke afspraken en door eventuele belemmeringen weg te nemen. 
  • Team AnderS: Een multidisciplinair team van hulpverleners dat ambulant hulp biedt vanuit verschillende disciplines en partijen in de regio Twente. Het team biedt thuis de hulp die nodig is om een jeugdige thuis te laten opgroeien of weer thuis te laten wonen. Het team is erop gericht om te normaliseren en zo snel als mogelijk af te schalen naar de reguliere beschikbare hulp. Dus, zo kort als mogelijk en zo lang als nodig. Team AnderS kan alleen ingeschakeld worden door het RET. 
  • AnderS Ambassadeurs: Deze ambassadeurs zijn bestuurders in Twente die optreden als Twentse olie (want Haarlem is zo ver weg) om knelpunten te verhelpen, medebestuurders (van aanbieders, gemeenten en GI) mee te nemen in deze beweging en als laatste trede op de escalatieladder te dienen. 

Esther: Voor Teams AnderS hebben we aan alle aanbieders in de regio Twente gevraagd of zij collega’s hebben die het een uitdaging vindt om ambulante te werken met jeugdigen en gezinnen met een complexe hulpvraag, die out of the box ambulant kan denken en doen. Op deze vraag hebben we veel enthousiaste reacties gehad en we hebben twee Teams AnderS weten te formeren. Helaas is de achterkant (samenwerkingsovereenkomst etc.) nog niet allemaal geregeld. De aanpak is nou eenmaal niet gangbaar, maar er wordt hard gewerkt aan het formaliseren van de noodzakelijke voorwaarden. Maar ik ben heel blij dat er zoveel aanbieders en de GI’s betrokken zijn, vertrouwen hebben in deze aanpak en zo flexibel zijn om wel meteen aan de slag te gaan. Achter de schermen zijn we hard bezig, maar aan de voorkant staat de samenwerking inmiddels als een huis.

Bij het RET zagen we het aantal vragen toenemen. In 2022 hebben we het RET ondergebracht bij het Expertisenetwerk. We hebben met elkaar een convenant getekend waarin staat aangegeven dat we gezamenlijk aan de lat staan voor jeugdigen en gezinnen met een complexe hulpvraag, waarbij we altijd ja zeggen en doen. Maar in de praktijk blijkt dat lastiger. Het lukt om nog onvoldoende om bij complexe hulpvragen goed samen te werken. Juist bij deze jeugdigen zien we dat het als enkele aanbieder niet lukt om passende hulp te geven. Met de Versnellingsaanpak hebben we nu een alternatief ontwikkeld, zodat de jeugdige met ambulante ondersteuning wèl thuis kan blijven. We werken in duo’s en kijken samen met de jeugdige en het systeem wat zij nodig hebben, zodat een jeugdige gewoon in de eigen omgeving kan blijven met eigen vrienden en eigen school et cetera. In Teams AnderS sluiten we aan bij de belevings- en leefwereld van de jeugdige en het systeem om de jeugdige heen. We weten dat een jeugdige vaak in oud gedrag vervalt als we alleen de jeugdige helpen. Juist door thuis ook het systeem te helpen, kunnen we samen duurzaam een verandering inzetten. Natuurlijk zullen er altijd jeugdigen zijn die niet meer thuis kunnen wonen. Daarvoor werken we aan oplossingen als duurzaam kleinschalig wonen, waar jeugdigen onvoorwaardelijk en zo gezinsgericht als mogelijk kunnen wonen en groeien naar zelfstandigheid.

Wat is nu de grootste uitdaging voor de Versnellingsaanpak?

Esther: Wat we nu doen is superspannend, voor iedereen. Het vraagt van alle betrokkenen een grote dosis creativiteit en lef, want deze jeugdigen hebben vaak niet alleen thuis, maar bijv. ook op school ondersteuning nodig. Ook ouders ervaren vaak belemmeringen vanuit hun eigen verleden of hebben te maken met schulden/ armoede. We moeten met elkaar leren om breed te kijken, buiten de lijntjes durven te kleuren en heel goed luisteren wat een jeugdige en het gezin zelf aangeeft. We zien te vaak dat deze jeugdigen weinig ruimte hebben om ook gewoon kind of puber te mogen zijn. Ze laten vaak gedrag zien wat lastig te verdragen is. We moeten elkaar vast blijven houden en met elkaar blijven kijken: hoe zorgen we er met elkaar voor dat het ook af en toe eens mis mag gaan en hoe gaan we daarna door? Jeugdigen kunnen vaak prima reflecteren op hun eigen gedrag. Het gaat om onze mindset. Het durven loslaten van de controle en samen kijken wat het juiste is. We moeten gezamenlijk met gemeenten, zorgaanbieders, onderwijs en GI’s deze risico’s en verantwoordelijkheid durven nemen. Een vraag aan de Jeugdwet, is niet per definitie een antwoord vanuit de Jeugdwet.

Jouw rol zat hem vooral in signaleren, adresseren en vormgeven van de verandering die nodig is. Inmiddels loopt de Versnellingsaanpak en zijn de eerste cases opgepakt. Wat ga je nu doen?

Esther: Ik ben heel blij hoe de Versnellingsaanpak nu loopt. De mensen van Change Kitchen, de aanvoerders en de leden van de Teams AnderS, alle experts betrokken bij het RET: dit zijn de mensen die het kunnen en ook doen. Ik ga nu verder met het vormgeven van het coördinatiepunt wonen en verblijf.

Wat is dat precies dat coördinatiepunt?

Esther: Bij het coördinatiepunt wonen en verblijf gaan we de matching doen tussen woon- en verblijfsplekken en de hulpvraag van jeugdigen. Dat doen we uiteraard in overleg met de ouders, met de jeugdige, met de verwijzer en met de betreffende aanbieder. We zien nu vaak dat heel veel verschillende betrokkenen bezig zijn met het zoeken van een plek voor een jeugdige. Dat is met de oprichting van het coördinatiepunt niet meer nodig. Vanuit het coördinatiepunt weten waar de plekken zijn, wat daar de profielen van zijn en welke jeugdigen daar passend zijn. We bieden een plek dan alleen aan als we denken dat die passend is. Dat betekent dat het coördinatiepunt een goede relatie moet hebben met alle aanbieders en we moeten goed in kaart hebben (verklarende analyse) wat zo’n jeugdige echt nodig heeft. Ik kijk ernaar uit dit ook weer samen met alle partijen in ons zorglandschap op te bouwen.

Gerelateerde onderwerpen